In het najaar geef ik een heel bijzondere workshop op een spectaculaire locatie. En voor degenen die niet aanwezig kunnen zijn, lees verder, want je kunt de tentoonstelling virtueel bezoeken wanneer je maar wilt. In deze blogpost vertel ik je wat meer over de workshop zelf. En ik zal je enkele screenshots van de virtuele tentoonstelling laten zien, zodat je weet wat er te zien is en waar je gaat borduren, mocht je aanwezig zijn. Mijn plan is om meer van deze workshops op locatie aan te bieden. Ze zijn een unieke kans om te borduren waar het eigenlijke middeleeuwse borduurwerk wordt bewaard. Je kunt de originelen bestuderen en tegelijkertijd proberen ze na te maken! En je komt nog eens ergens. Halberstadt, bijvoorbeeld, is een zeer charmante middeleeuwse stad met veel originele gebouwen die nog steeds overeind staan. Dit wil je niet mislopen! First things first. Je gaat een kleine sampler (ca. 8,8 x 8,8 cm) van (onderlegd) goudwerk borduren. Het centrale vierkant bestaat uit een diaperpatroon over touwvulling. Dergelijke achtergronden waren erg populair in stumpwork borduurwerk uit Midden-Europa. Eenvoudig te maken, maar met een hoge wow-factor. De rand bestaat uit twee verschillende zeer populaire diaperpatronen (open diamant en open vlechtwerk) en twee versies van eenvoudig vlechtwerk over touwvulling. De naden tussen de verschillende delen zijn bedekt met twist en zoetwaterparels om de sampler een echte middeleeuwse uitstraling te geven. Meer informatie over de materialen vind je hier. Deze workshop is ideaal als je de meest voorkomende middeleeuwse goudwerk borduurtechnieken wilt verkennen. We zullen borduren in de kloostergangen van de kathedraal van Halberstadt. De kathedraal werd gebouwd tussen 1236 en 1491 en heeft zijn middeleeuwse karakter behouden. Je hebt volledige toegang tot het museum en de kathedraal tijdens de tweedaagse workshop. Ik zal loeplampen en Lowery-werkstandaards voor meenemen die je tijdens de workshop kunt gebruiken. Een goede plek om te verblijven is de Halberstädter Hof. Het dateert uit 1662 en is zeer charmant. Dit hotel ligt op loopafstand van de kathedraal. Halberstadt heeft een treinstation en is vanaf de luchthaven van Berlijn in ongeveer 3,5 uur te bereiken. De kathedraal herbergt een van de belangrijkste kathedraalschatten in Europa. Het is waarschijnlijk ook een van de musea met de grootste permanente tentoonstelling van middeleeuws textiel. Meer dan 70 stukken, van luxe zijden tot verbazingwekkend goudborduurwerk tot prachtig witwerk en enorme wandtapijten, zijn te zien. Er is een prachtige publicatie (Meller, H., Mundt, I., Schmuhl, B.E.H. (Eds.), 2008. Der heilige Schatz im Dom zu Halberstadt. Schnell + Steiner, Regensburg) met prachtige kleurenfoto's en gedetailleerde beschrijvingen van ongeveer 60 stuks. Het bevat veel close-up foto's waar je letterlijk elke steek kunt zien. Er is ook een volledige collectiecatalogus in de maak die zal worden gepubliceerd via de Abegg Stiftung. Naar mijn persoonlijke mening zijn hun publicaties de gouden standaard als het gaat om geborduurd textiel.
Heb ik je nieuwsgierig gemaakt? Briljant! Ik hoop je later dit jaar te zien in Halberstadt voor deze echt unieke ervaring. Je kunt je plaats reserveren op de workshoppagina. Voor mijn Journeyman Patrons: Ik heb een korte video voorbereid waarin ik door het bovengenoemde boek blader.
0 Comments
Misschien moet deze blogpost een waarschuwing bevatten dat er een grote kans is dat je geld uitgeeft na het lezen ervan ... De Abegg-Stiftung heeft een nieuw boek gepubliceerd. In het Engels deze keer! Enkele jaren geleden restaureerden ze het altaarstuk uit El Burgo de Osma en het nieuwe boek beschrijft ongelooflijk gedetailleerd wat ze hebben ontdekt over het borduurwerk. Van de gebruikte materialen tot de volgorde van het werk. Het is zo gedetailleerd dat een bekwame borduurder of groep borduurders een kopie zou kunnen maken. Dit is een boek dat de moeite waard is om op de plank te hebben. Ook als het betekent dat je een tijdje droog brood moet eten om het te kunnen betalen. We zitten nog in de vastentijd, dus dat past mooi :). Laten we eens kijken! Het geborduurde altaarstuk uit El Burgo de Osma is het enige in zijn soort dat tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven. Het werd gemaakt rond 1460-1470 in Castilië (Spanje) voor bisschop Pedro de Montoya. Het altaarstuk is momenteel ondergebracht in het Art Institute of Chicago (Inv. nr. 1927.1779a-b) en bestaat uit twee stukken. Het bovenste deel toont vier scènes: de Geboorte van Christus aan de linkerkant, Maria met baby Jezus in het midden met de kruisiging boven en de aanbidding van de wijzen aan de rechterkant. Het onderste stuk toont de opstanding in het midden geflankeerd door drie apostelen aan elke kant. Het bovenste deel meet 161,5 x 200,5 cm en het onderste deel meet 89,5 x 202 cm. Beide delen zijn all-over geborduurd met gouden en zilveren draden, gekleurde zijde, spangles en parels. Het grootste deel van het boek bestaat uit een 100 pagina's tellend hoofdstuk over borduurmaterialen en -technieken geschreven door Bettina Niekamp. Ze heeft meer dan 200 verschillende combinaties van draden en steken/technieken op het altaarstuk geïdentificeerd. En ze beschrijft ze tot in detail. Samen met de vele gedetailleerde foto's in het boek, ben je in staat om ze allemaal te identificeren. Je bent een tijdje zoet, maar het is absoluut mogelijk. Een van de borduurtechnieken is de overdraaide zijdetechniek voor het weergeven van realistische boomtoppen, grasvelden en aarde. Deze techniek is bekend van het 17e-eeuwse Engelse stumpwork. Ook de vele padding technieken zijn intrigerend. Linnen gevuld met wol vormt de basislaag voor de pilaren. Vervolgens wordt dik garen toegevoegd voor extra textuur voordat het eigenlijke goudborduren begint. Het borduurwerk is voornamelijk uitgevoerd in zeer vakkundig gearceerde splijtsteek. Maar er is ook een vorm van or nue. En voor een meer realistische weergave van bepaalde details werden veelkleurige draden gebruikt. Ze werden gemaakt door verschillende zijden filamenten in de naald te combineren. Het borduurwerk is ook verfraaid met twists gemaakt van verschillende hoeveelheden en combinaties van passing thread. Het boek heeft ook een hele sectie met paginagrote platen van de verschillende delen van het borduurwerk. Je kunt urenlang naar het verbazingwekkende detail kijken. Verdere hoofdstukken beschrijven de tijd en het leven van bisschop Montoya, de kunsthistorische context, de iconografie in relatie tot het gebruikte materiaal en borduurtechnieken, laatmiddeleeuws borduurwerk in Aragon en een casestudy over gewaden uit Barcelona. Met 427 pagina's is er veel te ontdekken!
Het boek is direct te bestellen bij de Abegg-Stiftung in Zwitserland. Het kost CHF 85 + verzendkosten. Het lijkt niet beschikbaar te zijn bij het Art Institute of Chicago. Het feit dat dit boek in het Engels is verschenen in plaats van in het Duits is een echt pluspunt. Laat de Abegg-Stiftung weten dat we dat waarderen, mocht je het boek bestellen. Misschien komen ze zo op het idee om een aantal van hun steengoede oudere publicaties te vertalen. Mijn Journeyman Patrons kunnen een korte video bekijken waarin ik door het boek blader. Ook leuk: Katherine Diuguid geeft komende zondag een MEDATS-lezing over haar sampler met borduurtechnieken die op het altaarstuk te zien zijn. Toen ik vorig jaar verhuisde, was ik langere tijd niet gesetteld genoeg om aan de achtergrond voor het aurifries te gaan beginnen dat ik zal onderwijzen voor de Alpine Experience. Ik wist wat ik wilde maken en wist ook welke kleuren ik wilde gebruiken. Het vinden van de juiste mindset om te beginnen met borduren duurde iets langer. Maar ik ben eindelijk in het diepe gesprongen! De komende maanden zul je regelmatig updates tegenkomen op het blog. Vandaag beginnen we met het ontwerp, de opzet en het eerste stukje borduren. My Journeyman Patrons kunnen PDF-instructies downloaden voor het borduurgedeelte. Het ontwerp is een combinatie van elementen die te vinden zijn op een serie aurifriezen op een kazuifel in museum Catharijneconvent in Utrecht. Hoewel ik deze keer alleen de achtergrond zal onderwijzen, kan deze worden gecombineerd met de or nue-figuur van Elisabeth van Thüringen die ik vorig jaar heb onderwezen. Beide projecten kunnen echter prima op zichzelf staande borduurwerken zijn. Om dit te illustreren, zal mijn geborduurde versie van de achtergrond de ruimte voor een figuur volledig weglaten. Ik heb mijn slate frame opgezet met een stuk 46 ct even-weave linnen. Het ontwerp is overgebracht met behulp van de traditionele prick en pounce methode. In plaats van verf heb ik inkt en een penseel gebruikt om de puntjes met elkaar te verbinden. Hoewel inkt zich een beetje verspreidt, vind ik het fijner dan verf. In de meeste gevallen zal verf afbladderen tijdens het borduren. Het is extreem moeilijk om de consistentie precies goed te krijgen, zodat het dat niet doet. Inkt sijpelt in de stof en kan dus niet schilferen. Het eerste element dat ik geborduurd heb, is de beroemde tegelvloer. Het is gemakkelijk borduren en perfect voor de start van zo'n groot project! Middeleeuws borduurwerk bestaat vaak uit meerdere lagen borduurwerk op elkaar. De tegelvloer is geen uitzondering. Aan de ene kant helpt dit bij het geven van een gevoel van diepte. Het borduurwerk is minder vlak. Aan de andere kant stelt het de borduurder in staat om de uiteinden van zijn draden te verbergen. Blootliggende draaduiteinden, hoe goed ook vastgestikt, kunnen na verloop van tijd ontrafelen. In naam van duurzaamheid is het belangrijk om zo min mogelijk starts en stops van de gouddraden te hebben. Onze tegelvloer is een goed voorbeeld van hoe dit is bereikt. De rijen gouddraad bestaan uit een enkele lange draad Stech. Er zijn slechts twee ‘staartjes’: één aan het begin en één aan het einde. De draad loopt aan de voorzijde langs de rand van de tegelvloer. Door ervoor te zorgen dat je deze 'bocht' mooi vlak hebt liggen, kun je hem nauwelijks zien in het afgewerkte stuk. Bovendien is deze rand bedekt met een rood lint in het originele middeleeuwse stuk. Best knap toch?
Voordat we ingaan op het namaken van een 11e-eeuws goud- en zijdeborduurwerk, wil ik die lieve mensen bedanken die al een Patron zijn geworden. Heel erg bedankt! Het schrijven van een wekelijkse blog over middeleeuws (goud-) borduren en aanverwante onderwerpen in het Engels, Duits & Nederlands neemt veel van mijn tijd in beslag. Als je het blog leuk vindt (vooral de beschikbaarheid in jouw eigen taal), overweeg dan om mecenas te worden. Je kunt kiezen tussen het spenderen van een wekelijks kopje koffie (Apprentice) of een beetje meer geven en dan krijg je een extraatje bij elke gepubliceerde blogpost (Journeyman). Alle Patrons hebben toegang tot regelmatige 'behind the scenes' posts. Jouw maandelijkse bijdrage maakt echt een verschil! Laten we nu mijn herschepping van een gouden vogel van de zogenaamde Wolfgangskasel uit de Domschatz Regensburg verkennen. Restauratiewerkzaamheden aan de 11e-eeuwse Wolfgangskasel hebben licht geworpen op de volgorde waarin het borduurwerk is ontstaan. Ten eerste werden de contouren gestikt op een laag zijden keper ondersteund door een laag linnen. De contouren zijn gestikt in rode en donkerbruine zijde. Daarna werden de gouden delen gevuld met gouden draden. Waarschijnlijk om het borduurwerk verder te verstijven, werd nog een laag linnen toegevoegd voordat de resterende delen werden gevuld met gekleurde zijde. We weten dat de geborduurde aurifriezen in latere tijden vaak verstijfd werden door papier op de achterkant te lijmen. Het hele proces van beginnen met rode en donkerbruine contouren en vervolgens de andere delen invullen, doet me denken aan hoe verluchte manuscripten werden gemaakt. De volgorde van het werk en de gebruikte kleuren lijken sterk op elkaar. Net als het ontwerp. Het is goed mogelijk dat het ontwerp op de zijde is getekend door een persoon die ook aan verluchte manuscripten heeft gewerkt. Begin augustus kun je leren je eigen 'avis aurea' te maken in een tweedaagse workshop in openluchtmuseum Glentleiten. Je leert een professioneel slate frame op te spannen en het ontwerp op de middeleeuwse manier over te brengen: met poeder en inkt. De eigenlijke borduursteken (steelsteek, splijtsteek en couching) zijn niet erg moeilijk te leren. In plaats daarvan zal de nadruk liggen op het zo regelmatig mogelijk uitvoeren ervan. Alle steken zijn in dit geval 'vrij' borduurwerk. Je hoeft niet te tellen je werkt niet op aftelbare stof. In plaats daarvan bepaal jij de plaatsing van de steek en de steeklengte. Het originele 11e-eeuwse borduurwerk op de Wolfgangskasel is zeer, zeer fijn. Het heeft ongeveer 40 parallelle gouddraden per centimeter. Ik kon er zo'n 32 halen. Helemaal niet slecht! Zoals je op de foto hierboven kunt zien, is er zeker ruimte om meer draden naast elkaar te leggen. Maar niet met de dikte van de rode zijden draad die wordt gebruikt. Het splitsen van Chinese platte zijde is niet gemakkelijk voor beginnelingen. En ik wilde niet dat men zou wanhopen. Daarom splitsen we de platte zijde maar twee keer. Om 40 draden per centimeter te halen, moet je de zijde minstens vier keer splitsen. Alles over dat experiment lees je hier.
Ik realiseer me dat naar Glentleiten komen om mijn workshop bij te wonen voor de meesten van jullie niet mogelijk is. Zou je in plaats daarvan geïnteresseerd zijn in een online versie? De online versie zal bestaan uit een borduurpakket (de juiste materialen zijn helaas niet makkelijk te verkrijgen) en video-instructies in het Duits of het Engels. Laat het me weten in de reacties hieronder als dit iets is waar je in geïnteresseerd bent! Literatuur: Hubel, A. (Ed.), 1976. Der Regensburger Domschatz. Schnell & Steiner. Een paar weken geleden liet ik je een merkwaardig stuk 12e-eeuws goudwerkborduurwerk uit Palermo, Sicilië zien. Het werd gemaakt door kleine gouden buisjes op te naaien en ze vervolgens plat te drukken. In de tussentijd kon ik wat meer informatie vinden over het borduurwerk. Deze gouden buisjes zijn niet zo zeldzaam als je zou denken. Ze werden echter oorspronkelijk waarschijnlijk niet gebruikt voor borduurwerk, maar voor het maken van haarnetten in de sprang-techniek. Laten we een paar sarcofagen in Rome bezoeken en enkele 'dark age' graven in Hongarije! Maar eerst terug naar de fascinerende gouden buisjes die in de 12e eeuw in de koninklijke werkplaatsen in Palermo werden gebruikt. Hierboven zie je een REM-foto van een van deze buisjes. Het werd waarschijnlijk gemaakt door een velletje puur goudfolie rond een 1 mm dikke draad te wikkelen. De draad werd vervolgens zorgvuldig verwijderd en de resulterende gouden buis opgeknipt in kleinere 'kralen'. Elke 'kraal' is ongeveer 1,4 x 0,8 mm groot. Ze werden op de samitstof genaaid met een witte draad (geen specificatie vermeld, maar waarschijnlijk zijde). Toen het borduurwerk was voltooid, werden de buisjes plat gehamerd om waarschijnlijk een vlak en glanzend oppervlak te vormen. Dit 'hameren' kan ook worden waargenomen op enkele van de keizerlijke gewaden die in Bamberg worden bewaard. Het is echter niet mogelijk met moderne gouddraden. Soortgelijke gouden buisjes worden regelmatig gevonden in Romeinse graven in Italië en het Romeinse Rijk. Sommige vrouwelijke graven bevatten tot 800 van deze kleine gouden elementen. Soms zijn er ook fragmenten van vezels bewaard gebleven (linnen en eventueel zijde). Het vergelijken van deze vondsten met de antieke literaire bronnen en muurschilderingen heeft ertoe geleid dat ze worden geïdentificeerd als de overblijfselen van reticulli (enkelvoud: reticulum). Dit waren complexe haarnetten gemaakt in de sprang-techniek en ofwel verfraaid met kleine gouden buisjes of compleet gemaakt van gouddraad. Hoewel het Romeinse Rijk eindigt in het Westen in 480 na Christus, is dit niet het einde van de gouden buisjes. Graven uit de 6e eeuw op het grondgebied van het Romeinse castellum van Keszthely-Fenékpuszta in Hongarije bevatten dezelfde gouden buisjes als te zien in de eerdere Romeinse graven uit Italië. Interessant is dat de Italiaanse onderzoekers lijken te denken dat dit specifieke kapsel met haarnet afkomstig is uit het Midden-Oosten. Dit past goed bij de bekende Arabische borduurders die in de 12e eeuw in de Koninklijke ateliers in Palermo stikten. Misschien vindt het gebruik van gouden buisjes als kralen in goudborduurwerk ook zijn oorsprong in het Midden-Oosten? Misschien heeft iemand geëxperimenteerd met de gouden buisjes die in traditionele haarnetten werden gebruikt en de borduurtechniek ontwikkeld? Het zou de moeite waard zijn om het borduurwerk van voor de 12e eeuw in het Midden-Oosten te onderzoeken om te zien of er stukken bestaan met deze gouden buisjes. Als iemand aanvullende informatie of ideeën heeft, reageer dan hieronder!
Nog even iets anders: ik ben een Patreon-pagina begonnen. Je kunt je steun voor dit blog tonen door een kopje koffie per maand aan me te spenderen. Alternatief, kun je iets meer geven om toegang tot aanvullende informatie te krijgen bij elke gepubliceerde blogpost. Deze week wordt het mijn Engelse vertaling van de Italiaanse paper. Toekomstige voordelen zullen bijvoorbeeld extra foto's van middeleeuws goudborduurwerk zijn en vergelijkbare dingen die ik kan bedenken. De extra inkomsten die door Patreon worden gegenereerd, zullen me in staat stellen meer musea te bezoeken, meer boeken te lezen en de informatie door te geven in toekomstige blogposts. Hartelijk dank voor je steun! Literature Barkóczi, L., 1968. A 6th-century cemetry from Keszthely-Fenékpuszta. Acta Archaeologica Academiae Scientiarum Hungaricae 20, 275–311. This reference can be donwloaded from this website. Bedini, A., Rapinesi, I.A., Ferro, D., 2004. Testimonianze di filati e ornamenti in oro nell'abbigliamento di eta'romana, in: Alfaro, A., Wild, J., Costa, B. (Eds.), Purpureae Vestes. Actas del I Symposium Internacional sobre Textiles y Tintes del Mediterráneo en época romana. Universiat de Valencia, Valencia, pp. 77–88. This reference can be downloaded from the Academia page of one of the authors. Járó, M., 2004. Goldfäden in den sizilischen (nachmaligen) Krönungsgewändern der Könige und Kaiser des Heiligen Römischen Reiches und im sogennanten Häubchen König Stephans von Ungarn - Ergebnisse wissenschaftlicher Untersuchungen, in: Seipel, W. (Ed.), Nobiles Officinae. Die königlichen Hofwerkstätten zu Palermo zur Zeit der Normannen und Staufer im 12. und 13. Jahrhundert. Kunsthistorisches Museum Wien, Wien, pp. 311–318. In mijn cursusbeschrijvingen vermeld ik meestal de grootte van het ontwerp. De meeste aankomende studenten weten dan wel welke maat borduurring ze moeten meenemen. En het was nog niet bij me opgekomen dat dit niet per se het geval is wanneer studenten verplicht zijn om een traditioneel slate frame mee te nemen. Omdat het aantal 'help me alsjeblieft'-e-mails de afgelopen weken steeg, leek het me het beste om het e.e.a. in een blogpost uit te leggen. Dus daar gaan we! ![]() Ik, 11 jaar geleden zittend achter mijn slate frame. En ja, ik kruis af en toe mijn benen. Beide kanten op. Waarmee ik probeer mijn houding tijdens het borduren van tijd tot tijd te variëren. De twee onderste dwarsbalken van de schragen bieden voldoende gevarieerde ondersteuning voor mijn voeten :). Wanneer mensen al een slate frame bezitten, is het meestal die van 24 inch / 61 cm (dit verwijst naar de lengte van de webbing die eraan is bevestigd). Dit is niet alleen de maat die wordt gebruikt op de Royal School of Needlework, maar is ook de perfecte combinatie met een paar schragen. Het frame is breed genoeg zodat je een normale stoel tussen de schragen en onder je frame kunt plaatsen. De schragen en het frame vormen een mooie werktafel. Het 24-inch slate frame is ook groot genoeg voor de meeste borduurprojecten. Als je echter per vliegtuig moet reizen, is dit frame te groot voor je koffer. Luchtvaartmaatschappijen rekenen meestal exorbitant veel om het slate frame te vervoeren (zelfs wanneer het in elkaar is gerold). Wat doe je dan? Koop een kleiner slate frame speciaal voor als je op reis gaat voor cursussen en lessen! Of wanneer je niet wilt investeren in schragen. Volgens Jenny Adin-Christie kunnen haar slate frames tot de 15-inch maat worden gebruikt met een Lowery Workstand. Ik heb haar 12-inch frame met Lowery Workstands met succes gebruikt in mijn reizende klaslokaal (bijvoorbeeld op Glentleiten) en ook thuis. Zeker wanneer je de 'armen' (het deel met de vele gaten) klemt in plaats van de staven met de katoenen webbing, wordt de hele opstelling extreem stabiel.
Maar wat als ze schragen hebben in je klaslokaal? Geen probleem. Ze hebben dan meestal ook houten latten die tijdelijk aan je frame bevestigd kunnen worden. Je verlengt in principe de twee staven met de katoenen webbing zodat deze dan perfect bovenop een paar schragen past. Oké. Dat was waarschijnlijk logisch. Maar nu weet je nog steeds niet hoe je van de grootte van het ontwerp naar de vereiste grootte van het slate frame komt. Het is in principe hetzelfde als met een borduurring. Eerste vraag: grootte van het ontwerp. In het geval van mijn les bij de Alpine Experience in juni zal het ontwerp ca. 30 x 13 cm zijn. Volgende vraag: wat ben je van plan te doen met het borduurwerk als het klaar is? Wil je het op een bepaalde manier inlijsten waarbij je meer of misschien minder extra stof rond de randen nodig hebt? Voeg dit dan toe aan de grootte van het ontwerp. Dit zal de minimale maat zijn van de stof die je op je slate frame moet bevestigen. In het geval van het ontwerp voor de Alpine Experience is de kleinst mogelijke maat waarschijnlijk de 15-inch. Ik hoop dat je deze uitleg nuttig vond! Vorig jaar had ik het geluk om de Abegg Stiftung in Riggisberg, Zwitserland te bezoeken tijdens het bijwonen van de CIETA-conferentie in Zürich. Hun permanente textieltentoonstelling is altijd een bezoek waard. We mochten ook het conserveringslaboratorium bezoeken. Dat was echt genieten! En ik kon door hun publicaties bladeren. Naar mijn mening zijn ze de gouden standaard als het gaat om textielpublicaties. Maar dat brengt kosten met zich mee. En dat ze in Zwitserland zitten, helpt ook niet. Dus kunnen zien voordat je koopt was een echte bonus. Een van de boeken waar ik al een tijdje naar keek was: "Liturgische Gewänder des Mittelalters aus St. Nikolai in Stralsund" (= Middeleeuwse liturgische gewaden van St. Nikolai in Stralsund) van Juliane von Fircks gepubliceerd in 2008. Laten we eens kijken! De websitebeschrijving van de inhoud van het boek vermeldt geen borduurwerk. Het blijkt dat het meerendeel van de liturgische gewaden uit Stralsund geen borduurwerk heeft (sommigen wel, heb geduld). In plaats daarvan zijn ze gemaakt van verschillende combinaties van exotische zijde. Velen zijn geweven met gouden draden gemaakt van stroken leer. De ontwerpen zijn geweldig en zeer exotisch. Ze werden gemaakt tussen 1300 en de tweede helft van de 15e eeuw. Hun oorsprong ligt in Centraal-Azië, Perzië, Spanje, Italië en Noord-Duitsland. De zijde gemaakt in Centraal-Azië stond bekend als panni tartarici (Tartaarse doeken) en waren erg populair in West-Europa. De gewaden die ermee zijn gemaakt, lijken een beetje op een crazy quilt :). Zeer kleurrijk en luxueus. Niet alleen beschrijft het boek deze zijde en hun geschiedenis en vervaardiging in detail, ook de snit van de gewaden wordt uitgebreid bestudeerd (met hulp van Birgit Krenz). De zijde werd geïmporteerd en vervolgens lokaal op maat gemaakt (Noord-Duitsland). Omdat de Tartaarse doeken zo duur waren, is het fascinerend om te lezen hoe de kleermakers het beste gebruik wisten te maken van elk stukje stof. Zoals gezegd zijn de meeste gewaden uit Stralsund niet geborduurd. Van de 39 catalogusvermeldingen zijn slechts drie kazuifels, een bursa, een substratorium, een krans en een mogelijke hoedenrand geborduurd. Alle dateren tussen AD 1400 en AD 1500. Een van de kazuifels toont het bekende kerstverhaal volgens Sint-Birgitta. Een andere kazuifel toont een bloem- en bladontwerp dat deels is gemaakt van lederen vullingen waarop zoetwaterparels zijn geborduurd. Niet een techniek die we vaak zien. De derde kazuifel heeft een prachtig weergegeven Christus aan het kruis. Het zijden borduurwerk in fijne splijtsteken is prachtig. Het substratorium toont letters gestikt in kruissteek. In tegenstelling tot vandaag was de kruissteek vrij zeldzaam in de Middeleeuwen.
Maar mijn favoriete borduurwerk is de engel die de luit bespeelt op de achterkant van de bursa. Het borduurwerk van de engel en de wolken bestaat uit linnen appliques aangebracht op rode wollen keper. De dikke witte contour van de wolken geeft aan dat deze ooit omzoomd waren met zoetwaterparels. Gebladerte en kleine witte bloemen worden direct op de rode wollen keper gestikt om de achtergrond te vormen. De engel draagt een tuniek gestikt in dubbele rijen membraangoud (nu dof en zilverachtig van uiterlijk). De rijen lopen verticaal en zijn vastgenaaid in een eenvoudig bricking patroon. Door slim te starten en te stoppen met draden en door een paar donkerdere lijnen voor de plooien toe te voegen, worden de verschillende delen van het kledingstuk zichtbaar. Zoals altijd stelt dit boek van de Abegg Stiftung niet teleur. Het heeft veel mooie foto's en close-ups van de verschillende textielsoorten. De hoofdstukken leggen uit hoe de schat van St Nicolai tot op de dag van vandaag overleefde. En hoe moeilijk het is om overgeleverde stukken uit kerkelijke inventarissen te identificeren. Elke catalogusvermelding heeft zeer uitgebreide technische details. Welke draden werden gebruikt en op welke stof (meestal met hoeveelheid draden per cm). Op dit moment is het museum in Stralsund gesloten voor renovatie, dus ik weet niet of (sommige van) deze stukken deel uitmaken van de permanente tentoonstelling. Voordat ik borduurster werd, bezocht ik het museum als archeoloog en analyseerde ik dierlijk bot dat in de refter van de Katharinenkloster werd gevonden. Dat was zo'n 20 jaar geleden ... Literatuur Fircks, J. von, 2008. Liturgische Gewänder des Mittelalters aus St. Nikolai in Stralsund. Abegg-Stiftung, Riggisberg. Grimm, J.M., 2005. Keine Lust zum Geschirrspülen? Auswertung der spätmittelalterlichen Tierknochen und der botanischen Reste aus der Remternische des Katharinenklosters in Stralsund. In I. Ericsson & R. Atzbach eds. Depotfunde aus Gebäude in Zentraleuropa (=Bamberger Kolloquien zur Archäologie des Mittelalters und der Neuzeit 1), Berlin, 173-180. Hoewel mijn bibliotheek met boeken over middeleeuws (goud-) borduurwerk steeds meer IVAR-planken vult, heb ik nog steeds niet alles :). Het opsporen van publicaties is een moeizaam proces. Er is geen centrale instelling of website die nieuwe uitgaven rondbazuint. Het vinden van oudere publicaties gebeurt vaak door het lezen van de voetnoten en literatuurlijsten van publicaties die al op mijn planken staan. Vooral hoofdstukken in boeken waarin het onderwerp wordt vergeleken met andere bestaande voorbeelden zijn erg nuttig. In het boek over de laatste kleren van de keizer dat ik je vorige week liet zien, vond ik wat nieuwe informatie over het borduurwerk op de keizerlijke regalia in Wenen, Oostenrijk. Die heb ik zelfs gezien. Ze bevinden zich in een kamer die heel dicht bij de spectaculaire or nué borduursels van de Orde van het Gulden Vlies ligt. Omdat de geborduurde regalia erg oud zijn, staan ze niet bepaald in de schijnwerpers. De kamer is erg donker. Het intrigerende goudborduurwerk ontgaat dus waarschijnlijk de meeste bezoekers. Laat me je kennis laten maken met een zeer zeldzame goudborduurtechniek, die ik nog nooit eerder had gezien. Uit de bovenstaande foto die ik heb gemaakt, kun je al zien dat het zien van details van het borduurwerk op de blauwe tuniek moeilijk is vanwege het weinige licht. De tuniek werd gemaakt in de eerste helft van de 12e eeuw in de koninklijke werkplaatsen van Palermo, Sicilië. De rode rand bevat borduurwerk in underside couching. Dit is te zien op meer stukken gemaakt in Palermo. Het echt intrigerende borduurwerk zit op de manchetten. Aan deze slechte foto die ik maakte, kun je waarschijnlijk niet meteen zien wat er zo bijzonder is aan de gebruikte goudborduurtechniek. Als je goed kijkt, zie je misschien dat het borduurwerk is gemaakt van een soort goudfoliebuisjes die als langwerpige kralen zijn opgenaaid en vervolgens zijn platgedrukt. Op de website van het museum staat dat dit waarschijnlijk het enige overgebleven stuk in deze techniek is. Het bijschrift in het museum vermeldt wel 'gouden buisjes' in de materiaallijst. Maar als je niet wordt verteld waar je ze moet zoeken, is het niet gemakkelijk om ze in de slecht verlichte kamer te spotten.
Ik ben best geïntrigeerd door deze borduurtechniek omdat ik het gevoel heb dat deze gouden buisjes vrij fragiel waren en gemakkelijk vervormde. Waarom koos de borduurder voor deze techniek en niet voor (underside) couching dat tegelijkertijd in de Keizerlijke ateliers werd gebruikt? Is het effect zo anders? Is het sneller om te borduren? Of is het makkelijker om gouden buisjes te maken in vergelijking met gouddraad? Iemand enig idee? Omdat ik oorspronkelijk uit Nederland kom en goudborduren leerde aan de Royal School of Needlework in Londen, was ik tot een paar jaar geleden niet erg bekend met al het middeleeuwse goudborduurwerk dat in Duitsland bewaard is gebleven. Er is heel erg veel! Maar het wordt helaas bijna altijd in het Duits gepubliceerd. Niet erg toegankelijk voor de wereldwijde borduurgemeenschap of zelfs borduuronderzoekers van buiten Duitsland. De Duitse borduurgemeenschap is heel klein en vooral geïnteresseerd in kruissteek en witborduren. Ik weet dus eerlijk gezegd niet zo goed voor wie deze prachtige Duitse publicaties eigenlijk zijn geschreven. Ze zitten vaak vol met zeer technische details. Dingen die makers willen weten, niet per se de gemiddelde archeoloog of (kunst)historicus. Vorig jaar ontdekte ik weer een van deze briljante publicaties over de textielvondsten uit de keizerlijke en bisschoppelijke graven van de kathedraal van Speyer. Laat me je voorstellen aan een aantal behoorlijk verbazingwekkende stukken! Ten eerste hebben we de mantel van Filips van Zwaben (1177-1208) gemaakt in het laatste kwart van de 12e of het begin van de 13e eeuw. Daarop staan twee medaillons met goudborduurwerk. De ene toont Christus, de andere Maria. De stof van de mantel en waarschijnlijk ook de borduursels kwamen uit Byzantium. Filips was getrouwd met Irene Angelina (1181-1208), een dochter van de Byzantijnse keizer Isaak II Angelos (1156-1204). Zo had hij gemakkelijk toegang tot textielproducten uit Byzantium. Het borduurwerk is uitgevoerd op een stuk fijn samiet met zijde en gouden draden. Het goudwerk is vrij fijn met ongeveer 40 parallelle draden per centimeter. Interessant is dat de gouddraden normaal zijn opgenaaid, afgezien van waar de draad omgelegd wordt voor de volgende rij. Deze ‘bochten’ zijn gedaan in underside couching (bijvoorbeeld ook te zien in de Reitermantle in Bamberg (DMB Inv.Nr. 3.3.0003)). Jarenlang is de zin van deze combinatie me ontgaan. Waarom deden ze dat? Toen het onlangs ter sprake kwam in een discussie met Cindy Jackson, kwam ze meteen met een volkomen logische verklaring: de bocht is netter/makkelijker. Daar had ik nog nooit aan gedacht. Hoewel ik weet dat veel mensen moeite hebben met het maken van nette bochten, vond ik ze nooit moeilijk om te doen. Het doen van een underside couching steek met zijde brengt het risico met zich mee dat je zijden draad breekt. Ik begrijp echter heel goed dat het waarschijnlijk het risico waard is als bochten niet je sterkste kant zijn. Mysterie opgelost! Een andere spectaculaire vondst is een paar bisschoppelijke sokken uit een van de bischopsgraven. Het borduurwerk is volledig uitgevoerd in underside couching. Daarom zijn deze luxe sokken mogelijk rond het jaar 1200 in Engeland gemaakt. Zoals we echter hebben gezien in de contemporaine mantel van Filips van Zwaben, werd deze techniek geenszins uitsluitend in Engeland beoefend. Mijn onderbuikgevoel is dat underside couching = Opus anglicanum = Engeland soms iets te gretig wordt toegepast voor goudborduurwerk gevonden in continentaal Europa.
Naast het beschrijven van de originele opgravingen in het begin van de 20e eeuw, heeft de publicatie ook zeer goede hoofdstukken over middeleeuwse textieltechnieken (weven, vingerhaken en kaartweven). Een ander hoofdstuk vergelijkt de vondsten uit Speyer met vondsten van elders. De hoofdstukken over het wetenschappelijk onderzoek van de vondsten zijn ook erg goed met een heel hoofdstuk over gouddraden. Als je geïnteresseerd bent in archeologisch textiel (sommige met goudwerk borduurwerk), is dit boek een aanrader. Omdat het boek wat ouder is, kun je het soms tweedehands vinden of even via de bibliotheek proberen. Literature Herget, M., 2011: Des Kaisers letzte Kleider. Neue Untersuchungen zu den organischen Funden aus den Herrschergräbern im Dom zu Speyer, Historisches Museum der Pfalz Speyer.
Een tijdje geleden filmde ik mezelf terwijl ik een klein slate frame aan het opspannen was. Toen ik begon met het filmen van de instructievideo's voor de Glentleiten-workshop van 2023, kwam ik eindelijk toe aan het bewerken en uploaden van deze oudere video. Deze is in het Engels en laat je zien hoe je een stuk linnen op je slate frame aanbrengt. De nieuwere video is in het Duits en gaat een stap verder dan alleen het linnen. Het laat je zien hoe je vervolgens een stuk zijde op je linnen opnaait. Zelfs als je Duits niet erg goed is, zul je waarschijnlijk nog steeds de procedure begrijpen wanneer je eerste even de Engelse video bekijkt. Ik hoop dat deze video's je een goede indruk geven van mijn lesstijl en het lesmateriaal dat ik verzorg voor mijn borduurcursussen en workshops. Veel plezier bij het opzetten van je slate frame!
|
Wil je op de hoogte blijven van mijn borduuravonturen? Schrijf je in voor mijn wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van nieuwe blogs, cursussen en workshops!
Vond je mijn blog leuk? Overweeg dan alstublieft om een donatie te doen of om Patron te worden, zodat ik lekker bezig blijf en mijn blog zonder advertenties kan voortzetten!
Archieven
March 2023
Categorien
All
|